decubitus
Decubitus
Wat is Decubitus?
Wanneer er voor een te lange tijd druk is geweest op een bepaald huidgebied, of wanneer er sprake is geweest van minder bloedvoorziening, kan Decubitus ontstaan. Een ander woord voor Decubitus is ‘doorligplekken’. Het is een veelvoorkomende complicatie bij mensen die opgenomen zijn in een ziekenhuis of een verpleegtehuis. Meestal ontstaat dit in de eerste twee weken van de opname en het kan zelfs levensbedreigend zijn.
De oorzaak:
Je hoort vaak dat dit ontstaat, wanneer mensen te lang stil liggen. Een doelgroep bij wie dit regelmatig voorkomt, zijn mensen die verblijven in een bejaardentehuis en die eigenlijk niet meer zoveel kunnen. Of mensen die heel ziek zijn en die daardoor niet veel kunnen doen. De meest voorkomende plek waarop Decubitus kan ontstaan, is op een stukje huid waarvan de botten iets naar buiten steken: stuitje, hiel, elleboog, schouderbladen. Als er langduig heen en weer bewogen wordt tussen het bot en bed, ontstaat plaatselijk zuurstoftekort in de huid en het onderhuidse bindweefsel. Na een langere tijd gaat het weefsel dood. Dit wordt ook wel necrose genoemd.
Gevolg
Het gevolg van Decubitus kan in de ernstigste vorm zijn dat je steeds meer lichamelijke gebreken krijgt, waaronder het afsterven van een lichaamsdeel. Dit kan voorkomen worden door een goede verzorging en behandeling, die wij je graag bieden.
Hoe begeleid ik als MZ-er bij:
Sociale klachten:
Decubitus kan leiden tot een sociaal isolement. Dit komt onder andere door de onsmakelijke geur, waardoor schaamte kan ontstaan. Daarnaast lig je door de Decubitus sowieso al veel. Na verloop van tijd komt het weleens voor dat je minder bezoekt krijgt, omdat andere mensen gewoon doorgaan met hun eigen leven. Tijdens het begeleiden is het dan ook de bedoeling dat wij jou, als cliënt, geruststellen en tijd voor je nemen wanneer dat nodig is. We hebben allemaal mensen om ons heen nodig, zo ook mensen met Decubitus.
Psychische klachten:
Een cliënt die kampt met Decubitus kán hierdoor psychische klachten krijgen. De cliënt ligt namelijk vaak op bed en is, zoals eerder aangegeven, sociaal geïsoleerd. Ook wordt er niet altijd fijn gereageerd op de Decubitus wonden wanneer ze groter zijn. Dit kan een cliënt met Decubitus onzeker maken. Wij, als begeleiders, zijn er natuurlijk om op een respectvolle manier met decliënten om te gaan. Wij, als MZ-ers, mogen meer laten weten aan de cliënt dat hij/zij waardevol is en dat hij/zij er mag zijn.
Lichamelijke klachten:
Stadium I
Het allereerste kenmerk van Decubitus is een rode vlek op de huid. Hoewel het nog niet duidelijk zichtbaar is, is in dit stadium al veel schade toegebracht aan het huidweefsel.
Stadium II
De eerste ernstige schade wordt zichtbaar. Deze bestaat meestal uit een bloederige blaar of een droge, zwart gekleurde opperhuid. Oppervlakkige zweren zijn ook mogelijk. Alleen de opperheid en een deel van de lederheid zijn in dit proces betrokken.
Stadium III
Nu is de dikte van de huid afgestorven en vaak ook een deel van het onderhuidse vetweefsel. Er bestaat nu dus een diepe zweer. De spieren onder de huid zijn nog niet door Decubitus aangetast. Het afgestorven huidweefsel is geel of zwart van kleur.
Stadium IV
In dit stadium is er ook sprake van aantasting van de spierweefsels. Er zijn nu hele diepe wonden ontstaan (soms centimeters diep!). Vaak is de zweer veel groter dan op het eerste gezicht lijkt. Er is dan sprake van holtevorming en ondermijning van de huid.
Als MZ-er is het natuurlijk ook heel belangrijk om de lichamelijke verzorging goed bij te houden, zodat de wonden zo min mogelijk vergroten. Het is hierbij van noodzaak om eerst goed te kijken wat de graad van de wond precies is, waarna je de bijpassende verzorging toepast. Vooral het schoonhouden, desinfecteren en proberen de persoon zoveel mogelijk te veranderen van houding.